Brussels lof

“Wie het onkruid een jaar laat staan, kan zeven jaar wieden gaan!” deze wijsheid stond op mijn Gerarduskalender enkele maanden geleden. Ik had dat blaadje op mijn prikbord gehangen en toen ik in februari de wilde plantentuin betrad, kwam dat gezegde in me op. Zelfs na een paar wintermaanden lijkt het er wel op of we voor zeven jaar te wieden hebben, en zullen wij er ook weer tegenaan moeten om alles binnen de perken te krijgen.

Ik was reuze benieuwd of het door ons gezaaide Witlof de nattigheid en de vorst had overleefd, nu denkt u misschien wat moet Witlof in een wilde plantentuin? Begin dit jaar was het Witlof erg actueel bij het nieuws op de Belgische televisie en in een artikel in de krant las ik dat de consument van Witlof vergrijsd. Dat onderzoek was niet voor niets want in de Allerhande van AH van februari stond prompt een artikel en lekkere recepten. Men wil de groente aantrekkelijker maken voor jongeren, opdracht vanuit Brussel?

Wij zaaien Witlof speciaal voor de bloemen, de Wilde Cichorei, (Cichòrium intybus). De plant die wij bedoelen, en graag willen hebben in een perk, is een vaste plant die voornamelijk groeit en bloeit in de bermen en wel 2 meter hoog kan worden. Witlof is daar een gekweekte vorm van, evenals Andijvie (Cichorium endivia). Men beweert dat Witlof werd ontdekt door ene Jan Lammers die in Schaarbeek tijdens de afscheidingsoorlog met Nederland, vlakbij Brussel, de cichoreiwortels had verstopt in de kelder onder een laagje zand. Na enkele weken ontdekte hij dat de blaadjes waren uitgelopen en zoet en mals smaakten en hij verkocht ze als wintergroente (Wit Loof). En zo is het gekomen!  In Belgie werd het dus Brussels lof.

Maar terug naar de wilde. Al in 1775 vonden twee Franse artsen (Harpong en Bruno) dat de geroosterde en gemalen wortel kon dienen als surrogaatkoffie. Wel wat bitter van smaak, maar prima als vervanging van echte koffie. Het werd wel Bitterkruid of Peekoffie genoemd. Peekoffie herinner ik me als Buisman in zo’n blauw blikje, wat mijn moeder in de koffie en bij de jus deed, voor de smaak en kleur. Maar dat is gebrande suiker. De liefhebbers van échte koffie spraken van Sjacherijnkoffie, mijn familie in België zet nog koffie gemengd met Cichorei. Een pakje Cichorei (merk Graindor, gefabriceerd in Frankrijk) is nog te koop in de Belgische supermarkt.

En natuurlijk ook over deze plant zijn er fabels. Men beweerde dat op plaatsen waar ze groeide de Heilige. Petrus zijn sleutels had laten vallen… De plant kreeg ook de naam Wegenwachter of Verwenste Juffer, wat zou slaan op een ontrouw meisje dat veranderd werd in de plant en zo als voorbeeld voor andere meisjes, voor eeuwig langs de weg moest staan. Ook was de plant vroeger het symbool van de trouwe liefde. Een naam die wijst op haar bloeiwijze is Zonnekruid, ze is erg gevoelig voor licht, bij donker en regenachtig weer sluit ze haar bloemen. De bloemen zouden  magische krachten hebben omdat ze hemelsblauw van kleur zijn en heel soms wit. Steek je de bloeiende plant in een mierenhoop dan worden de bloemen rood. Vroeger een wonder maar nu weten we dat het komt door het mierenzuur.

In de volksgeneeskunde werd de wortel als maagmiddel aangewend en het sap bij lever en miltklachten en bij gebrek aan eetlust. De plant inspireerde zelfs dichters zoals Jacobs Cats, toch ook niet de minste:

Hier raad ick ons vrouw haer wel te willen pynen
Te maken van het huys gemeene medicynen
Te queeken in de hof: Tym, Botris, Alsem Ruyt
Endivy, Cichorei en ander heylsaem kruyt.

Mijn poging bij deze het Witlof te promoten verdient misschien wel Lof van Brussel.

Leen Verhoeven, september 2011